Verschillende smaakprofielen van wijn

Bij het drinken van wijn draait het natuurlijk om de smaak! Er zijn verschillende smaakprofielen aan te wijzen. Houd hier rekening mee in je selectie voor wijn. Het kan namelijk zo zijn dat een bepaald smaakprofiel je meer aanspreekt dan een ander smaakprofiel. Of dat je een specifiek smaakprofiel wilt kiezen om wijn en spijs te combineren. Dit zijn de belangrijkste smaakprofielen, mét tips voor gerechten om erbij te serveren.

Fruitig en rijp

Veel mensen zijn gek op fruitige wijnen. Denk aan een fruitige witte wijn, met tonen van bes, appel of exotisch fruit. Je leest het al: er kunnen verschillende fruitsoorten naar voren komen. Hier zitten dus ook weer duidelijke verschillen in. Soms is de fruitige smaak subtiel, soms juist sterk aanwezig. Ook rosé wijn kan fruitig zijn, met tonen van citrusvruchten, kers of zelfs meloen. Het geeft een wijn karakter. Fruit geeft wijn al gauw een rijpe smaak, wat een mooi geheel vormt. Wil je eten combineren bij dit type wijn? Houd het dan licht en luchtig, net zoals de wijn zelf. Een klein borrelhapje of een gerecht met lichte smaken is passend, zoals een toastje met wat dips.

Licht, fris en soepel

Met name bij witte wijn kun je gaan voor een lichte, frisse en soepele smaak. Dit zijn vaak wat jongere wijnen, die niet heel lang zijn gerijpt. De accenten in de wijn zijn fris en kunnen bijvoorbeeld ook weer fruitig zijn. Dit zijn ideale wijnen om er gewoon even bij te pakken, aan het begin van een borrel of diner bijvoorbeeld. Zeker in de zomer is dit type wijn verfrissend, maar het valt doorgaans het hele jaar lang in de smaak. Een mooi voorbeeld? Riesling wijn kan licht en fris zijn, perfect dus om bij goed weer in te schenken. Combineer dit type wijn met lichte gerechten of hapjes, zoals een voorgerechtje met vis of een salade.

Rond en romig

Van de lichte wijnen gaan we door naar de wijnen met een wat zwaardere smaak. Te beginnen met ronde en romige wijnen, die zacht aanvoelen in de mond. De smaak is intenser, maar het is alsnog de bedoeling dat het netjes in balans is. Dit type wijn is vaak gemaakt van aromatische druivenrassen, wat direct opvalt als je de wijn drinkt. Ronde en romige wijnen komen uit warme gebieden, met veel zonuren. Dit maakt de wijn net wat exotischer en extra rijp. Denk aan tonen van bijvoorbeeld steenfruit evenals tropisch fruit, waaronder ananas en mango. Ook is er bij ronde, romige wijnen vaak sprake van wat houtrijping, voor een zachtere en krachtigere smaak. Wit, rood of rosé: de verschillende wijnsoorten kunnen een romig karakter hebben. Bij romige wijnen kun je ook romig eten serveren, zoals een pasta met een volle saus, risotto of paella.

Krachtig, vol en complex

Een wijn kan ook juist heel rijk, vol en complex smaken. Dit zijn de intensere wijnen, die echt impact maken. Meestal is dit de wens bij rode wijn, maar ook een witte wijn kan vol en rijk smaken. Hoewel de wijn krachtig is, is er tegelijkertijd sprake van subtiliteit en verschillende fijne smaken: dit maakt dat een wijn in balans is. Het is gebruikelijk om complexe wijnen te drinken bij een diner. Het gerecht dat ertegenover staat mag ook karakter kennen: denk aan een goed stuk vlees of bijzondere groenten zoals paddenstoelen. Waar je een soepele wijn makkelijk opdrinkt, kun je met een complexe wijn zomaar een stuk langer doen. Dat is natuurlijk ook helemaal niet erg. Geniet er juist bewust van.

Het is handig om de verschillende smaakprofielen van wijn te kennen. Zo weet je waar je voorkeur ligt en hoe je wijn en spijs combineert. Welke smaken spreken jou het meest aan?